Is fantasie erfelijk?
Ik heb geen idee!
Het (hersen)onderzoek naar onze verbeeldingskracht staat nog in de kinderschoenen, dus is er geen wetenschappelijk antwoord op deze vraag. Over het algemeen wordt gesteld dat het vermogen tot fantaseren deels genetisch is bepaald en deels afhankelijk is van omgevingsfactoren als school en opvoeding.
Mijn oudste twee dochters - inmiddels allang volwassen - zijn enorm fantasievol.
Dat waren ze als kind al. Ze waren altijd in de weer met verkleden, tekenen, spelletjes of verhaaltjes bedenken en zelfs eigen tijdschriften maken. Uren zaten ze aan tafel te tekenen, knippen en plakken. We hebben menig zondagmiddag naar hun voorstellingen gekeken, compleet met entree-kaartjes en lekkers voor in de pauze. Uren konden ze met de voorbereidingen bezig zijn; de voorstelling duurde vaak een kwartiertje.
Soms probeerden ze hun broertje J. er in te betrekken, maar die haakte meestal snel af.
Hij kreeg dan uiteindelijk hooguit een figurantenrol, wat hij overigens geen enkel probleem vond. Hij had namelijk een gruwelijke hekel aan tekenen en knutselen of welke creatieve uiting dan ook. Zo kwam hij regelmatig gefrustreerd thuis van school als hij weer eens een paashaas had moeten figuurzagen of een schilderijlijstje moest beplakken met propjes papier of vlinderpasta. Hij zag er het nut niet van in en had er een spuughekel aan. Misschien speelde het feit dat zijn fijne motoriek wat minder goed ontwikkeld was hierbij een rol. Zijn handschrift was bijvoorbeeld onleesbaar. Hij moest naar een fysiotherapeut voor oefeningen en dat vond hij een straf. Er was dan ook weinig progressie, maar inmiddels is zijn handschrift te ontcijferen. Ach ja, J. speelde het liefst gewoon lekker buiten met zijn vriendjes. Een beetje voetballen of gewoon wat aanrommelen.
Ik zei vaak lachend dat hij mijn vermogen tot fantaseren in ieder geval niet geërfd had en dat het toch ook echt niet aan de omgevingsfactoren kon liggen.
J. is nu 22 jaar en heeft nog steeds een enorme hekel aan alles wat met tekenen of knutselen te maken heeft. Bij gezinsspelletjes waarbij je moet raden wat iemand tekent, roept hij al van te voren dat hij dat niet kan en lopen de frustraties soms hoog op als we ook echt niet kunnen raden wat hij neergekrabbeld heeft.
Wat te denken van het maken van suprises voor Sinterklaas. Voor mijn dochters en mij -er is een tijd geweest dat ik met zes verschillende groepen Sinterklaas vierde en dus zes surprises mocht maken!- is dat het hoogtepunt van het jaar. Voor J. is het iets waar hij als een berg tegenop ziet. Hij stelt het dus zolang mogelijk uit in de hoop dat hij uiteindelijk wel hulp van iemand (hé, wie zou dat nou zijn?) krijgt. De laatste jaren heeft hij er iets op gevonden. Geen knutsel- en frutselsuprises, maar een leuke digitale speurtocht of een humoristische quiz. En altijd een hilarisch gedicht!
Hij doet nu een business- en marketingstudie en blijkt er een kei in te zijn. Hij bedenkt fantastische campagnes met originele slogans, heeft ideeën voor vernieuwende bedrijven en voelt zich als een vis in het water. Ik zal nooit meer zeggen dat hij geen fantasie heeft. Deze jongen zit boordevol fantasie! Voor hem geen stiften, kwasten of een pot lijm, maar gewoon een fantasievolle geest.
Misschien is het dan toch erfelijk!!!