Een fantasie wordt werkelijkheid!
Al jaren droom ik over het creëren van een platform voor de fantasie. Een plek waar alles en iedereen samenkomt die zich bezighoudt met of geïnteresseerd is in de unieke eigenschap van de mens….onze fantasie.
Het heeft lang geduurd voor het er was.
Ach, je (her)kent het vast wel. Je hebt zoveel andere dingen te doen die prioriteit krijgen. In mijn geval kinderen opvoeden, voorstellingen geven, een nieuwe voorstelling schrijven, een nieuw initiatief ontwikkelen om het o zo belangrijke voorlezen te stimuleren (Toeloeloe en Harrie), een opleiding tot trainingsacteur of theatersport-docent volgen en noem maar op. Daarnaast was er dat vervelende stemmetje dat zei ‘Wat heb je eigenlijk te vertellen?’ of ‘Wie zit er nou op jou te wachten?’ Toch bleef het idee voortdurend in mijn achterhoofd spelen, als een prettig achtergrondmelodietje waarvan de volumeknop af en toe wat harder werd gezet.
Er zijn eigenlijk twee momenten geweest waarvan ik achteraf kan zeggen dat die mij de spreekwoordelijke schop onder de kont gaven die ik blijkbaar nodig had. Het eerste moment was na een poppenkastvoorstelling met Toeloeloe en Harrie. Samen met Vera de Backker (de illustrator) hadden we een hele leuke voorstelling gegeven in een bibliotheek en zoals gewoonlijk wilden de kinderen graag nog even knuffelen met de poppenkastpoppen Toeloeloe en Harrie. Een verlegen jongetje van 5 -laten we hem Bob noemen- die tijdens de voorstelling stil en ademloos had zitten luisteren, was niet bij Harrie weg te slaan. Harrie is een beetje een verlegen en bange hagedis. Ik denk dat Bob zichzelf in hem herkende. Bob had hele gesprekken met Harrie. Het was prachtig en magisch om te zien hoe Bob opging in het contact met zijn nieuwe vriendje. Een groter compliment kun je als verteller en poppenkastspeler niet krijgen; je hebt iets tot leven gebracht en de fantasie aangesproken. Toen Bob even later ging tekenen en kleuren, kwam zijn moeder naar mij toe. Ze vroeg mij enigszins bezorgd of het wel normaal is -voor een kind van zijn leeftijd- om te praten met een knuffel alsof die echt is. Ik geloof dat ik even met de mond vol tanden heb gestaan, iets wat mij niet vaak overkomt.
Het is heel normaal dat een kleuter helemaal in zijn fantasie opgaat.
Een kleuter zit in de hoogtij-dagen van zijn fantasie en fantaseert er wat op los. Dat heeft hij nodig om de wereld te leren begrijpen.
Bob zal snel genoeg geconfronteerd worden met alles wat straks van hem verwacht wordt, waardoor de kans groot is dat er steeds minder ruimte komt voor zijn fantasie. Dus mama van Bob, koester het vermogen van jouw kind om te praten met knuffels zo lang mogelijk. Als hij het nog steeds doet op zijn 24e mag je bij me terugkomen met diezelfde vraag. Alhoewel, ik zou het antwoord niet weten. Ik praat af en toe ook nog tegen mijn oude knuffel als ik ‘m aan het afstoffen ben.
Het tweede moment dat ervoor gezorgd heeft dat ik echt vaart ging maken met het opzetten van het platform van de fantasie was na een vertelvoorstelling over Bakkertje Bor. In die kleutervoorstelling bak ik samen met de kinderen een denkbeeldige reuzentaart voor de jarige prinses. De meeste kleuters zien en ruiken die taart ook daadwerkelijk als hij klaar is. Na de voorstelling kwam er een giechelend groepje vriendinnetjes naar mij toe. Ze wilden graag een klein stukje van de grote taart proeven en ik deelde natuurlijk ruimhartig uit. De meisjes hadden reuze veel plezier, gooiden met de taart en smeerden elkaar onder. Eén meisje stond er een beetje stilletjes bij. Ik vroeg wat er was en ze antwoordde zachtjes ‘Er is toch helemaal geen taart?’ Ik had met haar te doen. Hoe graag ze ook wilde opgaan in het spel en de fantasie van haar vriendinnen, het lukte haar niet. Ze was het vermogen om te fantaseren al een beetje kwijtgeraakt.
En ik wist… het wordt de hoogste tijd voor de Ambassadeur van de Fantasie.